Het uitzendbureau AFMB, dat het ei van Columbus dacht te hebben gevonden met de zogeheten Cyprus-constructie, kan van de Sociale Verzekeringsbank een claim tegemoet zien van niet ontvangen sociale premies die Nederlandse chauffeurs werkend voor Nederlandse bedrijven hebben opgebracht. Alleen waren zij formeel niet in dienst bij dat Nederlandse bedrijf, maar bij AFMB, dat zich op Cyprus had gevestigd.
Daardoor moest het uitzendbureau voldoen aan de wet aldaar, en dat betekent dat aanmerkelijk lagere sociale premies afgedragen moesten worden over het te betalen loon aan de chauffeurs. Daardoor werden chauffeurs voor de transportbedrijven waar ze voor reden goedkoper, en die zouden dan beter de concurrentie met Oost-Europeanen aan kunnen gaan.
Hoewel de chauffeurs in Nederland wonen en werken stelt het Europese Hof dat het bedrijf waar de chauffeurs voor werken en die de chauffeurs inplant en hun loonkosten draagt, ook verantwoordelijk is voor de afdracht van verplichte sociale premies en verzekeringen en niet het bedrijf waarmee de chauffeur een arbeidsovereenkomst heeft.
Vanzelfsprekend waren chauffeurs en hun werkgever in het geweer gekomen tegen de claim van SVB, maar het Europese Hof oordeelt dus dat het voordeeltje wat de betrokkenen dachten te scoren door met een Cypriotisch arbeidscontract te werken, toch echt niet rechtsgeldig is in deze kwestie.
Het is de zoveelste nederlaag voor AFMB, dat in 2016 nog een claim van 360.000 euro moest betalen. De conclusie is dat de Cyprus-route gesloten is voor Nederlandse chauffeurs en hun werkgevers.