Bij de Tour d’Europe rijden drie vrachtwagens en negen personenauto’s door Europa om te bewijzen dat biobrandstoffen een goed en duurzaam alternatief zijn. Aan de tour doen verschillende bedrijven mee, waaronder DAF en IVECO. Vandaag arriveerde de Tour d’Europe bij de raffinaderij van Neste op de Rotterdamse Maasvlakte. Dit is de grootste fabriek van HVO100 van Europa. Een goede plaats dus om het belang van deze biobrandstof aan te stippen.
“Het klimaatdoel van 2030 gaan we zo niet halen”, stelt Van den Oetelaar. “Dan kunnen we twee dingen doen. De doelstellingen aanpassen, maar dat is geen duurzame optie. Als alternatief kunnen we biobrandstoffen omarmen als tussenoplossing.” HVO100 vervangt niet de elektrische vrachtwagen, stelt DAF, maar het helpt wel om nu al grote stappen te zetten. Het is nu al breed verkrijgbaar en zo in te zetten. In tijden van netcongestie en gebrek aan laadpalen kan dit helpen nu al grote slagen te slaan, al is er nog altijd discussie over de duurzaamheid van HVO100. Bovendien helpt het fabrikanten om aan de gestelde uitstoot-eisen te voldoen.
Politiek
Om HVO100 mee te laten tellen, moet wel de politiek meewerken. De biobrandstof moet erkend worden als duurzaam alternatief. Om bedrijven over te laten stappen op HVO100, moet minder Maut en vrachtwagenheffing gerekend worden. Dat kan alleen als vastgelegd wordt dat een vrachtwagen op HVO100 rijdt. Tijdens de Tour d’Europe promoot leverancier Bosch dan ook een platform waar deze administratie op gebeurt – van raffinaderij tot in de vrachtwagen.
Bij de aankomst van Tour d’Europa was ook Europarlementariër Jeanette Baljeu aanwezig. In juni komt de karavaan aan in Brussel, waar de deelnemende bedrijven een petitie zullen overhandigen. Onder andere DAF, Neste en Bosch hopen dat HVO100 eindelijk gezien gaat worden als middel waarmee het Europese transport nu al kan verduurzamen.