Het begon allemaal in 1905, toen William Piggot Sr de Seattle Car Mfg. Co. oprichtte in het noordwesten van de Verenigde Staten. Het bedrijf maakte toen wagons voor treinen en machines voor de bosbouw. Een aantal overnames verder heette het bedrijf Pacific Car and Foundry Company. Hier komt de naam PACCAR vandaan. Het bedrijf maakte allerlei machines en voertuigen, vooral voor zware toepassingen.
In 1945 nam het bedrijf vrachtwagenfabrikant Kenworth over. Dit bedrijf, opgericht in 1923, leed economisch onder de Tweede Wereldoorlog. Bovendien was de directeur overleden en hadden de nazaten geen zin Kenworth voort te zetten. Met de overname werd de positie in de bosbouw verder versterkt, want de sterke vrachtwagens van Kenworth waren hier populair. De positie op de vrachtwagenmarkt werd verder versterkt door de overname van Peterbilt in 1958.
Overname DAF
De productie van vrachtwagens werd steeds belangrijker en in 1971 hernoemde het bedrijf zichzelf PACCAR. Het ging het steeds meer richten op de vrachtwagens en minder op andere producten. De vrachtwagens van Kenworth en Peterbilt waren erg populair, zeker in de jaren ‘80. Ook in markten als Australië deed PACCAR goede zaken.
Al in die tijd wilde PACCAR het Nederlandse DAF overnemen, maar dit gebeurde uiteindelijk pas in 1996. Dit is net na de herstart van de Eindhovense autobouwer. Ook Leyland Trucks werd door PACCAR ingelijfd. Op dit moment voert PACCAR Kenworth, Peterbilt en DAF als belangrijkste merken. Het is de tweede vrachtwagenfabrikant van de Verenigde Staten op productie-aantallen en de derde grootste wereldwijd.