Beroepschauffeurs met een legale medicatie lopen het risico dat hun rijbewijs wordt ingenomen na een test onderweg. TLN brengt de problematiek onder de aandacht van de politiek en er wordt volgens de organisatie inmiddels gewerkt aan een oplossing.
Op 1 juli 2017 is het strafrecht gewijzigd waardoor het gebruik van drugs – in het bijzonder THC, amfetamine en morfine – in het verkeer strafbaar is geworden. Dat levert op zich geen bezwaar op, omdat de verkeersveiligheid natuurlijk erg belangrijk is. Tegelijkertijd is er volgens TLN echter sprake van een onvoorzien probleem.
Volstrekt legaal
Sommige beroepschauffeurs gebruiken medicatie, bijvoorbeeld voor een aandoening als ADHD. Zij hebben dat bij het CBR gemeld en zijn onder controle bij hun arts. In de betreffende medicatie, die volstrekt legaal is verstrekt, bevindt zich de werkzame stof dexamfetamine. Dit is een stof die onder de amfetamines wordt gerangschikt. Hoewel het medische traject volledig juist is doorlopen, het CBR op de hoogte is en via de afdeling Rijgeschiktheid ook toestemming heeft gegeven, lopen chauffeurs met dergelijke medicaties toch het risico dat zij onderweg worden getest en dat hun rijbewijs wordt ingenomen.
TLN is hierover in gesprek gegaan met het ministerie van IenW en heeft daarnaast ook het initiatief genomen om samen met FNV en CNV een brief te sturen naar de ministeries van IenW, JenV en SZW om de problematiek onder de aandacht te brengen.
Oplossing
Inmiddels is de toezegging gedaan vanuit de drie ministeries dat er wordt gezocht naar een oplossing voor beroepschauffeurs met legale medicatie. Het vinden van de oplossing kan echter nog enige tijd duren, naar verwachting tot medio 2018, wat betekent dat er tot die tijd nog geen regeling bestaat voor dergelijke gevallen.