Wie van huis naar zijn werk rijdt is al aan het werk. Dat is de uitspraak van het Europese Hof, in een zaak aanhangig gemaakt door een Spaanse vakbond en waarvan De Volkskrant melding maakt. De uitspraak heeft gevolgen voor diverse beroepsgroepen.
Nu het personeel niet meer naar kantoor hoeft te komen, kan de reistijd niet ineens als vrije tijd gelden, vindt het Hof. 'Tijdens de reistijd, die over het algemeen niet kan worden verkort, zijn werknemers niet in staat hun tijd vrij in te vullen en hun eigen interesses na te streven. Het feit dat werknemers hun werkdag thuis beginnen en eindigen, vloeit rechtstreeks voort uit de keuze van de werkgever om de regionale kantoren af te schaffen en niet uit een verlangen van de werknemers zelf', aldus het Hof. 'Het laten dragen van de last van de keuze van de werkgever door het personeel is in strijd met de werktijdenrichtlijn van de EU, die voorziet in regels inzake rusttijden en maximale reistijden.' Doel van deze richtlijn is ervoor te zorgen dat werknemers in de EU gemiddeld niet langer dan 48 uur per week werken.
Een ander gevolg is dat wanneer Nederlanders niet langer dan negen uur per dag mogen werken, het moeilijk wordt voor bijvoorbeeld installateurs om klussen ver buiten de eigen regio aan te nemen. Het moge duidelijk zijn dat chauffeurs die ver moeten reizen om bij hun truck te komen, voor hun werkgever een stuk duurder worden. Dit zal dan met name de Oost Europese chauffeurs treffen die hun truck in west Europa geparkeerd hebben staan in de weekenden.