Vakbond FNV stapt samen met 10 Hongaarse chauffeurs naar de Hoge Raad, omdat ze het niet eens zijn met de uitspraak van het Gerechtshof uit Den Bosch van afgelopen mei. Het gerechtshof vernietigde toen de uitspraak van de kantonrechter uit januari 2015, dat de Hongaarse chauffeurs recht hadden op het Nederlandse cao-loon als ze ritten uitvoeren voor een Nederlands bedrijf.
Recht op Nederlands cao-loon?
Volgens de uitspraak van het Gerechtshof hebben de Hongaarse chauffeurs nooit recht op het Nederlandse cao-loon. De rechter komt tot die conclusie, omdat de chauffeurs in dienst zijn van Van den Bosch Hongarije en dus in Hongarije belastingen en premies afdragen. Hoewel de chauffeurs nooit, of vrijwel nooit, in Hongarije werkten en ritten in en vanuit Nederland doen, zet de rechter volgens het FNV de sluis open naar wat zij noemt verdere loondumping.
In strijd met Europese wetgeving?
In de ogen van de FNV is deze uitspraak in strijd met eerdere uitspraken van het Europese Hof en Europese wetgeving. Als deze uitspraak in stand blijft, komt gezonde werkgelegenheid volgens de bond verder onder druk te staan en verliezen andere werkgevers verder marktaandeel aan ondernemingen met businessmodellen zoals Van den Bosch Transporten die hanteert.
Edwin Atema van FNV - Stichting VNB: ‘We gaan daarom in cassatie en het zal dus een hele tijd duren voordat we een uitspraak hebben. De zaak loopt nu al jaren, maar deze uitspraak kan gewoon niet blijven staan. De chauffeurs hebben vrijwel uitsluitend ritten binnen, vanuit en naar Nederland gedaan en werkten niet in Hongarije. Het Hof heeft dan ook geen recht gesproken en het is aan de Hoge Raad om het Hof terug te fluiten.’
Naar verwachting doet de Hoge Raad over ongeveer een jaar uitspraak.