09-08-2024 | Door Maarten van der Westen
Misschien heb je me gemist, maar afgelopen weken was ik voor een heerlijke vakantie in Thailand. Uiteraard heb ik daar ook goed op de vrachtwagens gelet. Het aankleden van een vrachtwagen doen ze in Thailand heel anders dan hier.
Wat me vooral opviel: de meeste vrachtwagens in Thailand zijn wit. Er rijden wel wat gekleurde exemplaren rond, maar het merendeel is niet voorzien van een kleurtje. Nu waren de meeste wagens die ik zag voorzien van een dagcabine, dus met weinig ruimte voor spectaculair spuitwerk. Op een verdwaalde Scania of Volvo na kom je in Thailand weinig Europese merken tegen. De vrachtwagens komen vooral uit Japan: je ziet vooral Isuzu, Hino, Fuso en UD (wat vroeger Nissan Diesel heette).
Onderweg kwam ik enkele fraai aangeklede exemplaren tegen. Ook in Thailand zijn chauffeurs trots op hun voertuigen. Het aankleden doen ze echter anders dan hier. Sowieso houden ze daar erg van glimmende dingen. Niet alleen de tempels blinken je tegemoet, ook de vrachtwagens stralen in de felle zon. Vooral aan de voorkant: hoekschilden, bumpers en soms de hele grille is van glimmend metaal.
Lampjes zijn ook populair. Niet vier verstralertjes zoals hier, nee: tien, twintig, soms wel dertig lampen op het dak en voor de bumper. Zoals bij alle andere voertuigen in Thailand hebben die lampen alle kleuren. Ze branden, flitsen en knipperen er op los. Opvallend was de trend om Michelin-poppen te monteren. Niet op het dak zoals in Europa, maar links voor de voorruit. Het stuur zit immers rechts in Thailand: ze rijden aan de andere kant van de weg.
Het wegtransport in Thailand is heel anders dan hier in Nederland. Ondanks de grote verschillen is er één grote overeenkomst: chauffeurs zijn gek op hun vrachtwagens. Op allerlei manieren maken ze hun vrachtwagens mooier. Het gebeurt dan wel op een totaal andere manier dan wij hier gewend zijn, maar de trots straalt er vanaf. Ook in Thailand is chauffeur zijn geen vak, maar een manier van leven.