Voor wegcontroleurs de normaalste zaak van de wereld; een controle op een vrachtwagen. Voor sommige buitenlandse collega-inspecteurs onbekend terrein, zegt de Nederlands inspectie, ILT. Tijdens de Europese uitwisseling op dinsdag 28 november keken collega-inspecteurs uit 11 verschillende landen mee tijdens een van de wegcontroles van de Nederlandse inspectie. Het doel: meer harmonisatie tussen de inspectiediensten uit de verschillende landen.
Die harmonisatie creëer je volgens de inspectie niet door sporadisch met een kleine club bij elkaar te komen. Wat werkt is geregelde en inhoudelijke uitwisseling van kennis en ervaringen. De Europese organisatie voor handhavende instanties (ECR), waar de ILT onderdeel van uitmaakt, organiseert dit. De wegcontrole is onderdeel van een uitwisselingsweek met Nederland als gastland.
De controle
Net als tijdens een reguliere werkdag plukten de Nederlandse inspecteurs diverse voertuigen steekproefsgewijs van de weg, maar nu vergezeld door een van hun buitenlandse collega’s. Aandachtsgebieden waren: personenvervoer, vervoer van gevaarlijke stoffen en goederenvervoer. Met nadruk op rij- en rusttijden. Kloppen bijvoorbeeld de papieren? Voldoet het voertuig aan de voorwaarden? Is er gesjoemeld met de tachograaf? De inspecteurs bogen zich over dit soort vragen en zagen dat er naast overeenkomsten ook veel verschillen zijn.
Verschillen
Zo mag een Roemeense inspecteur bijvoorbeeld nooit zonder een collega op stap. Verder mag een Franse inspecteur zonder hulp van de politie geen voertuig staande houden en is een boete in Duitsland voor fraude met de tachograaf veel lager dan in Nederland. Daarnaast waren interpretatie verschillen over wet en regelgeving rondom rij- en rusttijden onderwerp van gesprek.
Maar als een van de meest opvallende verschillen noemden de buitenlandse collega’s tijdens de nabespreking de houding van de Nederlandse collega’s tijdens de controles. Deze werd ervaren als relaxt. In Nederland krijgen chauffeurs meer de kans om hun verhaal te doen dan in sommige andere landen. Iets wat de Nederlandse inspecteurs zelf ook geregeld horen wanneer zij een chauffeur staande houden.
Vervolg
De controles verliepen volgens de inspectie soepel en er was volop ruimte om de buitenlandse collega’s toelichting te geven over de Nederlandse manier van werken. Uiteraard werd hierbij wel rekening gehouden met de chauffeurs. Een uitleg kost zo 10 minuten extra. Had iemand haast, dan werd deze ingekort of weggelaten. Maar in praktijk vonden de chauffeurs het doorgaans juist wel interessant.
Het uitwisselen van deze kennis en ervaringen is overigens maar een onderdeel van deze uitwisseling. Het gaat uiteindelijk om het vervolg dat eraan gegeven wordt. Dat gebeurt onder andere via de ECR en de verslagen die de buitenlandse inspecteurs doen bij hun inspectie. Weten hoe andere inspecties werken is een essentiële basis om verdere harmonisatie te realiseren.
En de praktijk? Het blijkt dat collega’s die elkaar al eens hebben ontmoet tijdens zo’n uitwisseling elkaar eerder weten te vinden bij vragen. Wanneer een collega in bijvoorbeeld Duitsland twijfelt over de geldigheid van de papieren van een Roemeense vrachtauto, is een belletje naar een buitenlandse collega die je toch al kent, makkelijker gemaakt.
Op die manier kan makkelijker gecheckt worden of een buitenlands rijbewijs of andere papieren, wel echt zijn.