De EU zorgt voor de financiering van het project van de IRU. Het chauffeurstekort in Europa is volgens deze organisatie zodanig nijpend dat er gekeken moet worden naar instroom van buiten de EU. Daarvoor wordt er een onderzoek uitgevoerd wat zes maanden gaat duren. Het geld daarvoor wordt betaald uit Europese fondsen voor asiel- migratie en integratie.
Elf Europese landen hebben aangegeven met het programma te willen werken om te onderzoeken of er chauffeurs gerekruteerd kunnen worden in landen buiten Europa. Dat zijn Polen, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Roemenië, Spanje, Zweden, Griekenland, Portugal en België. Er werden inmiddels acht partnerlanden waar de chauffeurs vandaan zouden moeten komen. Genoemd werden Egypte, Ethiopië, Bangladesh, Kenia, Marokko, Nigeria, Pakistan en Tunesië.
Het is inmiddels al lang geen bijzonderheid meer dat er Indiërs, Filipino’s of mensen uit Kazachstan op Europese trucks rijden. Dit verschijnsel zal alleen maar toenemen als we dit bericht lezen.
Hoe de IRU de opleiding van de chauffeur gaat organiseren is een vraag die nog niet beantwoord is. De IRU ziet het project als een belangrijk onderdeel voor het oplossen van het chauffeurstekort in Europa.
Volgens Edwin Atema van het FNV worden de werkvergunningen voor Europa verstrekt via Litouwen. De IRU zou volgens hem nu inspannen om de buitenlandse rijbewijzen gewoon om te ruilen voor Europese rijbewijzen. Een bijzonder slecht idee voor de verkeersveiligheid.