Volgens het FNV moet Van den Bosch Transport ook aan zijn Hongaarse chauffeurs het Nederlandse cao loon betalen. Dat kan volgens FNV worden opgemaakt uit een uitspraak van de Hoge Raad. De Raad wijst echter de zaak terug naar enerzijds het Europese Hof van Justitie in Luxemburg en anderzijds het Gerechtshof Arnhem/Leeuwarden.
De uitspraak van de hoogste rechter in ons land is het gevolg van een lange rechtsgang van de chauffeurs in samenwerking met de vakbond tegen het transportbedrijf.
De mannen zijn in dienst bij Van den Bosch Hongarije waardoor ook in dat land premies worden afgedragen. Volgens het FNV rijden de chauffeurs echter vrijwel uitsluitend hun ritten van- en naar Nederland, en wordt alles ook aangestuurd en ingepland vanuit ons land. De vraag is waar de chauffeurs ‘gewoonlijk’ werken en wat dat voor invloed heeft op de toe te passen beloning en arbeidsrechten. De uitspraak van de Hoge Raad stelt dat chauffeurs recht hebben op het loon van het land van waaruit ze gewoonlijk worden aangestuurd en werken.
In een tweede zaak gaat het over detachering. Hierin heeft de Hoge Raad besloten dat aan het Hof van Justitie van de Europese Unie gevraagd wordt om duidelijkheid te verschaffen over welke regels er gelden voor buitenlandse chauffeurs die tijdelijk in een ander Europees land werken. Deze discussie wordt gevoerd door het Hof van Justitie in Luxemburg.
Edwin Atema is desondanks blij met de uitspraken. ,,Onze strategie is dat er Nederlands loon betaald moet worden voor deze chauffeurs, ook als ze via detachering of Hongaarse arbeidscontracten hier aan het werk zijn. Deze uitspraak is goed voor alle chauffeurs in Europa. De zogenaamde prejudiciële vragen die gesteld gaan worden door het Hof van Justitie in Luxemburg staan in het middelpunt van de Europese politieke besluitvorming over het onderwerp van detachering in het wegtransport,’’ aldus Atema.