Door zware betonblokken te plaatsen wil Rijkswaterstaat voorkomen dat er meer ruimte ontstaat voor parkerende vrachtwagens. Die blokken worden in de bermen geplaatst, met daar achter een bult grond, waardoor het aantal parkeerplaatsen juist afneemt. Nu is die A67 toevallig nét de snelweg waar het probleem van te weinig parkings erg groot is. Het gevolg daarvan laat zich iedere nacht zien. Chauffeurs staan op de pechhavens te slapen, en soms zelfs op de vluchtstrook, vlak na een parkeerplaats.
Levensgevaarlijk natuurlijk, maar die jongens moeten toch ergens staan. De beveiligde parking bij Nobis in Asten staat vaak ramvol, maar het is maar de vraag of die buitenlandse chauffeurs wel willen- of kunnen betalen voor een parkeerplekje. De A76 is één van de grote transport corridors tussen de havens van Antwerpen en Rotterdam en het Ruhrgebied waardoor er enorm veel trucks rijden. Dat vraagt gewoon om extra plekken en niet om minder, zoals nu het geval is.
Daarbij komt dat er ook op het gebied van voorzieningen maar droevig gesteld is in Nederland. In andere Europese landen vind je op zo’n parking vaak nog wel iets van een gebouwtje met sanitair maar daar is in ons land geen sprake van. Overnachtende chauffeurs hebben dan ook geen andere keuze dan om hun behoefte in de bosjes te doen. Dat kan ook anders, zo bewijst bijvoorbeeld Duitsland. Daar hebben ze een soort RVS bunkers met een toilet en een hufterproof wasbakje met een kraan.
Rijkswaterstaat heeft eerder al gemeld dat parkings niet bedoeld zijn om op te slapen, maar de wetgeving op het gebied van de rijtijden maakt overnachtingsplaatsen toch echt noodzakelijk. Het lijkt ons dan ook een taak van de overheid om daar in te voorzien, en niet zoals hier de boel te frustreren.