Europese vrachtwagenfabrikanten zitten in een moeilijke situatie. De Europese Unie heeft hen duidelijke regels opgelegd over hoeveel CO2 hun nieuw verkochte vrachtwagens komende jaren mogen uitstoten. Verkopen ze teveel vervuilende diesels en te weinig zero-emissie vrachtwagens, dan krijgen de fabrikanten enorme boetes opgelegd. Daarom bieden alle fabrikanten nu elektrische modellen aan. Echter, bijna niemand koopt ze. De fabrikanten vrezen daarom dat torenhoge boetes niet te voorkomen zijn.
De fabrikanten, verenigd in ACEA, roepen de Europese Unie daarom wederom op tot actie. Ze willen meer investeringen in infrastructuur. Het gebrek aan laadpalen houdt de inzet van elektrische vrachtwagens op de lange afstand tegen. Van infrastructuur voor waterstof is al helemaal geen sprake. Al lange tijd roepen de fabrikanten dat de vrachtwagens er klaar voor zijn, maar zonder laadinfrastructuur koopt niemand ze.
Opvallender is de oproep van ACEA om dan maar de diesel duurder te maken. Op die manier hopen de fabrikanten dat ondernemers minder snel een nieuwe dieselvrachtwagen kopen. Misschien kiezen ze dan voor elektrisch, of kopen ze niets. Een bijzondere zet die voor de fabrikanten erg nadelig kan uitpakken. Echter het is kiezen tussen twee kwaden. Om torenhoge boetes te voorkomen, verkopen de fabrikanten blijkbaar liever even wat minder vrachtwagens.