Blog
25-09-2018 | Door Iep van der Meer

Krantenberichten melden dat er van de op dit moment in ruim 25.000 bijstandtrekkers in een stad als Den Haag maar vijftien aan de slag zijn gegaan als vrachtwagenchauffeur. Dat is een schandalig lage score in een tijd dat iedereen zit te springen om handjes aan het stuur. Toch heeft dat zo zijn redenen.

Ten eerste gaan er nogal wat kosten gepaard met het behalen van de noodzakelijke rijbewijzen en de Code 95. Zonder sponsoring van een uitkeringsinstantie of, bijvoorbeeld een werkgeversorganisatie is dat voor een bijstandtrekker niet te doen. Vervolgens kom je dan in een situatie waarbij je voor dag en dauw je bed uit moet om uiteindelijk maar amper meer te verdienen dan je deed toen je mocht uitslapen.

Hoe dat kan? Ten eerste raak je met een baan alle steun van de gemeente kwijt. Ineens moet je de volle mep aan huur betalen, zonder toeslagen, krijg je gewoon de rekening voor de onroerendgoedbelasting, de hondenbelasting  en alle andere diensten die je als uitkeringstrekker op de koop toe krijgt. Dat kan alles bij elkaar zomaar in de honderden Euro’s per maand lopen en dat maakt het niet heel aantrekkelijk om aan het werk te gaan.

Daarbij komt dat het wegvervoer eigenlijk nooit een hele sociale werkgever is geweest. Werkgevers zijn gewend aan chauffeurs met liefde voor het vak en hun truck, en daar is altijd gepast misbruik van gemaakt. Het strepen van uren is nog steeds de normaalste zaak van de wereld en wachttijden worden vaak niet uitbetaald. Zo hoorden we onlangs dat het wassen van de truck en het aftanken er van onder niet betaalde wachttijd zou vallen bij een bepaald bedrijf. Raar dat chauffeurs dat pikken, zeker in deze tijd. 

Ook wordt er nogal eens onterecht een beroep gedaan om de verantwoordelijkheid van de chauffeur. Een voorbeeld? Een chauffeur die een snipperdag gepland heeft vanwege een privéfeestje wordt dringend verzocht om toch aan het werk te gaan. ‘’Wegens ziekte van je collega’s kan ik je morgen echt niet missen, dan blijft er lading staan.’’ Zo’n chauffeur wordt onder enorme stress geplaatst, want hij kan zijn baas niet laten zitten. Tenminste, dat vindt hij. Daarmee wordt meteen de omgekeerde vraag gesteld, namelijk of hij zijn familie wél wil laten zitten. Gelukkig hoeft momenteel niemand dat meer te pikken, want voor zo’n werkgever tien anderen!

Gelukkig zijn er steeds meer werkgevers die het wel begrijpen, en die hun chauffeurs wél serieus nemen. Heel veel ritten zijn uitstekend in te plannen in een strak schema, waardoor je als chauffeur precies weet hoe laat je begint, en weer naar huis mag. Dat is vandaag de dag belangrijk, want mensen werken om te leven, en niet andersom zoals we vroeger dachten. Daarmee krijg je een ander soort chauffeurs dan vroeger ja, maar die hebben we wel keihard nodig! Strak plannen en goede afspraken maken helpt voor wie chauffeurs zoekt. Werkgevers die in staat zijn om dat goed te organiseren, bijvoorbeeld met deeltijdbanen waarbij rekening wordt gehouden met de schooltijden van de kinderen zullen eerder mensen vinden en houden.

Want uiteindelijk is het vak van beroepschauffeur nog steeds fantastisch om te doen. Hoe streng de regeltjes ook zijn, hoe chagrijnig die man achter het loketje bij de klant ook is; Jij zit met een brede smile te genieten van het uitzicht door je voorruit. Alles beter dan je dagen slijten in een fabriek een kantoor, of nog erger, achter een loketje toch?

Laatste blogberichten

Blog
22-11-2024
Sneeuw Frankrijk

Frankrijk: Boete na stilgezet te zijn door sneeuw

De eerste sneeuw heeft behoorlijk huisgehouden in Europa. Niet alleen in ons land maar bijvoorbeeld ook…
Blog
21-11-2024
cudza_karta_holender_drob_1

Vanaf 1 januari kijkt de inspectie 56 dagen terug

Vanaf 1 januari 2025 gaat er een wijziging van kracht bij de Europese inspectiediensten. Tot nu toe kon…
Blog
19-11-2024
Betonblokken A67-1400

Betonblokken op de parking

Toen wij vorige week onderweg waren op de A67 was Rijkswaterstaat bezig met de bermen bij een parkeerplaats. Die bermen worden…
BIGtruck online magazine is een onderdeel van Transwebgroup Coöperatief U.A.