Vrachtwagenchauffeurs die een eenmansbedrijf hebben, zouden tijdelijk ingezet moeten kunnen worden bij andere transportondernemingen. Nu is dat verboden. TLN heeft minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat gevraagd om een tijdelijke ontheffing van een artikel in de Wet wegvervoer goederen.
Volgens de wet mogen alleen chauffeurs in dienst van een vergunninghouder op het materiaal van dat bedrijf rijden. Een uitzondering geldt voor collegiale inleen, waarbij werknemers in dienst van een transportbedrijf tijdelijk worden uitgeleend aan een andere onderneming. Voor zzp’ers geldt die uitzondering niet. Zij hebben immers geen dienstbetrekking.
TLN wil de uitzonderingsregel nu tijdelijk verruimen vanwege de coronacrisis. Veel zzp’ers hebben tijdelijk veel minder werk. Hun eigen materieel is echter ongeschikt om in andere deelmarkten aan de slag te gaan. Zo kan een zzp’er met een autolaadkraan geen levensmiddelen vervoeren. De zelfstandige chauffeurs zouden zijn geholpen als zij tijdelijk bij andere bedrijven aan de slag kunnen. Daarvoor is een tijdelijke verruiming van de mogelijkheden van collegiale inleen nodig.
De eenmansbedrijven kunnen geen beroep doen op hulpmaatregelen van de overheid, zegt TLN. Een tijdelijke ontheffing kan de beslissende factor zijn of dergelijke kleine ondernemingen blijven bestaan of niet. Zo’n ontheffing kan in uitzonderlijke situaties van crisis worden verleend. Dat gebeurde eerder ten tijde van de MKZ-epidemie.