In Duitsland bestaat een samenwerkende groep van transpoortbedrijven onder de naam Elvis. Dit zijn zo’n 230 partners, meest Duitse bedrijven, die in dertig landen buiten Duitsland vestigingen hebben. Gezamenlijk hebben ze 17.000 trucks. Deze club claimt nu 160 miljoen euro bij Daimler vanwege te hoge prijzen betaald door leden voor nieuwe trucks tussen 1997 en 2011.
Al langer lopen zaken tegen de Europese truck-industrie, nadat de Europese Commissie voor in totaal bijna drie miljard euro aan boetes oplegde. Alleen MAN kwam weg, omdat zij de onregelmatigheden aan het licht bracht. Scania ontkende alle betrokkenheid, maar moest later toch 900 miljoen euro aftikken. De vraag of klanten daadwerkelijk aanwijsbare schade hebben gelden, liet de Commissie open. Het gevolg is dat enkele rechtszaken lopen bij Duitse rechtbanken. Het is overigens de tweede keer dat vervoerders verenigd in Elvis (Europäischer Ladungs Verbund Internationaler Spediteurs) bij Daimler een claim neerlegt. In 2017 claimde de instantie al 176 miljoen euro bij Daimler.
Nog niets toegewezen
Zowel in Duitsland als in andere landen waar de kwestie speelt, zoals in Nederland, is nog geen eurocent aan claims tegen de truckfabrikanten toegewezen. In Duitsland werd een grote claim door de rechtbank afgewezen doordat de instantie die de claimende vervoerders vertegenwoordigde, volgens de rechter niet gerechtigd was omdat hij/zij geen gedupeerde was. De kans dat het dit keer wel lukt voor de Elvis-vervoerders is dus niet groot.
Reactie Daimler
Uiteraard vroegen de Duitse media Daimler om een reactie. “Op juridisch ongegronde claims gaan we natuurlijk niet in. We zijn er net als eerder aangegeven, van overtuigd dat we onze klanten geen schade hebben berokkend." In het eerdere oordeel van het Duitse hooggerechtshof ziet Daimler bevestigd dat elke klagende vervoerder zelf stappen moet ondernemen en concreet moet kunnen aantonen dat er schade is geleden. “Dat is heel omslachtig en dat zal klanten ook niet lukken”, aldus een woordvoerder van het bedrijf.